Dit financiële product promoot ecologische of sociale kenmerken, maar heeft geen duurzame beleggingen als doel. Het financiële product is echter gedeeltelijk bedoeld om duurzame beleggingen te doen die geen significante schade toebrengen aan ecologische of sociale doelstellingen.
Het financiële product promoot de volgende ecologische en sociale kenmerken:
Bij het beleggingsproces voor directe beleggingen hanteert het financiële product verscheidene ecologische en sociale overwegingen, zoals uitsluiten van beleggingen. Fondsen waarin het financiële product belegt worden onderworpen aan een due-diligenceproces op uiteenlopende gebieden. Dit omvat de robuustheid van het beleggingsproces, de personen die de strategie bepalen, het risicogewogen rendementsprofiel, de vermogensbeheerder, de corporate governance en ondertekening van de UN Principles for Responsible Investment.
In geval van directe beleggingen dienen de ondernemingen een beleid te hebben op het gebied van goed bestuur.Als het financiële product belegt in fondsen, moeten die fondsen, waar mogelijk en haalbaar, een beleid hebben om praktijken op het gebied van goed bestuur te beoordelen en waarborgen. Wanneer een fonds geen formeel beleid heeft op het gebied van goed bestuur zullen de onderliggende beleggingen worden beoordeeld om vast te stellen dat de ondernemingen waarin wordt belegd inderdaad voldoen aan voorwaarden van goed bestuur.
Ten minste 45% van de beleggingen moet aansluiten bij de ecologische en sociale kenmerken van het financiële product. Er is geen doelstelling voor een minimumaandeel duurzame beleggingen voor dit product. Het minimumaandeel van duurzame beleggingen met een ecologische doelstelling die zijn afgestemd op de EU-taxonomie bedraagt 0%.
Het financiële product kan directe blootstellingen aan ondernemingen hebben waarin wordt belegd en aan fondsen; de verdeling tussen de twee is onbeperkt en kan op elk moment veranderen.
Om te garanderen dat het financiële product elk van de ecologische en sociale kenmerken die het financiële product promoot verwezenlijkt, heeft de vermogensbeheerder een uitsluitingslijst van ondernemingen die geacht worden in strijd te zijn met:
In het geval van beleggingen in fondsen kan Quintet geen uitsluitingscriteria opleggen aan de fondsmanagers en de uitsluitingscriteria die door hen worden toegepast kunnen anders zijn dan die van Quintet. Daarom wordt er, waar mogelijk en haalbaar, een voorkeur gegeven aan fondsen die een uitsluitingsbeleid hanteren.
Het financiële product gebruikt de volgende duurzaamheidsindicatoren voor het meten van de verwezenlijking van elk van de ecologische en sociale kenmerken die het financiële product promoot:
Deze duurzaamheidsindicatoren worden gemeten als een percentage van de beleggingen.
Voor ondernemingen waarin wordt belegd via directe beleggingen of via fondsen gebruikt de vermogensbeheerder voornamelijk gegevens van Sustainalytics[1] voor de rapportage van ecologische en sociale kenmerken. Sustainalytics is geselecteerd vanwege hun expertise, onafhankelijkheid, reikwijdte van hun gegevensbestand, kwaliteit van gegevens en hun sterke onderzoeksproces. Aangezien de vermogensbeheerder gebruik maakt van een gespecialiseerd extern onderzoeksbureau voor de gegevens, is de kwaliteitswaarborging en kwaliteitscontrole grotendeels afhankelijk van Sustainalytics. Sustainalytics heeft een uitgebreid raamwerk voor haar kwaliteitscontrole dat, afhankelijk van de exacte dataset, verschillende elementen omvat, zoals diagnostische controles, kwaliteitswaarborging en een proces dat eventueel geïdentificeerde problemen oplost.
Methodologieën en gegevens die gebruikt worden om te meten in hoeverre de ecologische of sociale kenmerken van de duurzaamheidsindicatoren worden behaald, kunnen beperkingen hebben. Dit heeft vooral te maken met of informatie publiekelijk beschikbaar is en de tijd die nodig is om relevante informatie te verwerken en op te nemen in de gegevens die de vermogensbeheerder ontvangt. De vermogensbeheerder is van mening dat ondanks deze beperkingen de gegevens die worden gebruikt om de ecologische en sociale kenmerken van het financiële product te meten, voldoende betrouwbaar zijn om een zinvolle weergave te geven van het bereiken van de ecologische- en sociale kenmerken die het financiële product promoot.
Voor directe beleggingen wordt een due-diligenceproces doorlopen door de vermogensbeheerder. De vermogensbeheerder zorgt ervoor dat de beleggingen in overeenstemming zijn met de ecologische en sociale kenmerken dat het financiële product promoot en met het Verantwoord beleggen beleid van de vermogensbeheerder (https://www.insingergilissen.nl/aanvullende-beleidsdocumenten).
Voor beleggingen in fondsen wordt een due-diligenceproces doorlopen door de vermogensbeheerder. Alle geselecteerde fondsen moeten blijk geven van generieke verantwoorde activiteiten. Dit omvat inzicht in ecologische, sociale en governance (ESG)-factoren en de bereidheid om samen te werken met de ondernemingen waarin ze beleggen. Duurzame fondsen moeten niet alleen voldoen aan voor risico gecorrigeerde rendementscriteria, maar ook aan een strengere beoordeling van duurzaamheid.
Dit financiële product promoot ecologische of sociale kenmerken, maar heeft geen duurzame beleggingen als doel.
Het financiële product is echter gedeeltelijk bedoeld om duurzame investeringen te doen die geen significante schade toebrengen aan ecologische of sociale doelstellingen.
Welke ecologische en/of sociale kenmerken promoot dit financiële product?
Het financiële product promoot de volgende ecologische en sociale kenmerken:
Welke beleggingsstrategie hanteert dit financiële product?
Bij het beleggingsproces hanteert het financiële product de volgende ecologische en sociale overwegingen:
Fondsen waarin het financiële product belegt worden onderworpen aan een due-diligenceproces op uiteenlopende gebieden. Dit omvat de robuustheid van het beleggingsproces, de personen die de strategie bepalen, het risicogewogen rendementsprofiel, de vermogensbeheerder, de corporate governance en ondertekening van de UN Principles for Responsible Investment.
Wat is het beoordelingsbeleid voor praktijken op het gebied van goed bestuur van de ondernemingen waarin is belegd?
Voor directe beleggingen in ondernemingen zijn goede bestuurspraktijken bij dergelijke ondernemingen een vereiste. Meer specifiek mogen ondernemingen niet betrokken zijn bij ernstige controverses rondom boekhouding, belastingen, ondernemingsbestuur, ondernemingsethiek en arbeidsrelaties. Dit wordt beoordeeld op het ondernemingsniveau, waarvoor het financiële product gebruikmaakt van gespecialiseerde externe gegevens en onderzoek.
Als het financiële product belegt in fondsen, moeten onderliggende beleggingen ook voldoen aan praktijken van goed bestuur. Wanneer een fonds geen formeel beleid heeft op het gebied van goed bestuur zullen de onderliggende beleggingen worden beoordeeld om vast te stellen dat de ondernemingen waarin wordt belegd inderdaad voldoen aan voorwaarden van goed bestuur.
Wat is het minimumaandeel van de beleggingen van het financiële product dat wordt gebruikt om te voldoen aan de ecologische of sociale kenmerken die door het financiële product worden gepromoot?
Ten minste 45% van de beleggingen moet aansluiten bij de ecologische en sociale kenmerken van het financiële product.
Wat is het minimumaandeel duurzame beleggingen?
Er is geen doelstelling voor een minimumaandeel duurzame beleggingen voor dit product. Het minimumaandeel van duurzame beleggingen met een ecologische doelstelling die zijn afgestemd op de EU-taxonomie bedraagt 0%.
Wat is het resterende aandeel van de beleggingen van het financiële product en wat is hun bestemming?
Eventuele resterende beleggingen die niet in overeenstemming zijn met de ecologische en sociale kenmerken van het financiële product zijn beleggingen voor diversificatie- en afdekkingsdoeleinden. In deze categorie zijn de liquiditeiten opgenomen zoals contanten voor aanvullende liquiditeit, maar ook staatsobligaties van hoge kwaliteit (indien van toepassing). Er gelden geen minimale ecologische of sociale waarborgen voor deze beleggingen.
Wat is de verhouding tussen directe blootstellingen en niet-directe blootstellingen?
Het financiële product kan directe blootstellingen aan ondernemingen hebben waarin wordt belegd en aan fondsen; de verdeling tussen de twee is onbeperkt en kan op elk moment veranderen.
Hoe worden de duurzaamheidsindicatoren gebruikt om het bereiken van de ecologische en sociale kenmerken te meten die worden bevorderd door het gecontroleerde financiële product?
Om te garanderen dat het financiële product elk van de ecologische en sociale kenmerken die het financiële product promoot verwezenlijkt, heeft de vermogensbeheerder een uitsluitingslijst van ondernemingen die geacht worden in strijd te zijn met:
Voor directe beleggingen (indien het financiële product belegt in directe beleggingen):
Wanneer de toevoeging van een nieuwe belegging aan de portefeuille wordt overwogen, controleert de vermogensbeheerder of de onderneming niet op de uitsluitings- en sanctielijsten staat. De risicomanagement functie houdt periodiek toezicht op het financieel product om zeker te stellen dat er geen beleggingen aangehouden worden die op de uitsluitingslijsten staat en informeert de vermogensbeheerder indien dit wel het geval is, waarna de belegging verkocht zal worden.
Voor beleggingen in fondsen (indien het financiële product belegt in fondsen):
Voor beleggingen in fondsen kan de vermogensbeheerder de uitsluitingscriteria niet opleggen aan externe beheerders en kunnen de door hen gehanteerde uitsluitingscriteria afwijken van die van de vermogensbeheerder. Waar mogelijk zal belegd worden in fondsen die dezelfde uitsluitingscriteria hanteren of minder afwijken van de criteria van de vermogensbeheerder.
Wat zijn de methoden om te meten hoe wordt voldaan aan de sociale of ecologische kenmerken die door het financiële product worden gepromoot?
Het financiële product gebruikt de volgende duurzaamheidsindicatoren voor het meten van de verwezenlijking van elk van de ecologische en sociale kenmerken die het financiële product promoot:
Deze duurzaamheidsindicatoren worden gemeten als een percentage van de beleggingen.
Voor de principes van het VN Global Compact wordt deze indicator berekend door gebruik te maken van onderzoek van Sustainalytics, een gespecialiseerd extern onderzoeksbureau, om te beoordelen of ondernemingen zich al dan niet aan de principes van het VN Global Compact houden. Ondernemingen die zich wel aan de principes van het VN Global Compact houden, worden dan gekoppeld aan de beleggingsinstrumenten in het financiële product (voor directe beleggingen en voor beleggingen via fondsen). Vervolgens worden hun respectievelijke gewichten opgeteld en gedeeld door de totale waarde van de portefeuille, om het percentage van de totale portefeuille te berekenen in overeenstemming met de principes van het VN Global Compact.
Om de betrokkenheid van ondernemingen, bij controversiële wapens te beoordelen worden door Sustainalytics verstrekte gegevens gebruikt. Ondernemingen waarvan wordt aangenomen dat ze betrokken zijn bij controversiële wapens op basis van de criteria van het Verantwoord beleggen beleid van de vermogensbeheerder (https://www.insingergilissen.nl/aanvullende-beleidsdocumenten), worden geïdentificeerd en vervolgens gekoppeld aan eventuele beleggingsinstrumenten in het financiële product (voor directe beleggingen en voor investeringen via fondsen). Hierna worden hun respectievelijke gewichten opgeteld en gedeeld door de totale portefeuille om het percentage ondernemingen te berekenen waarbij controversiële wapens betrokken zijn.
Voor staatsobligaties die onderworpen zijn aan EU-wapenembargo’s wordt data van Sustainalytics gebruikt. Deze data identificeren de landen die onderworpen zijn aan EU-wapenembargo’s. De staatsobligaties van die landen worden vergeleken met beleggingsinstrumenten die in het financieel product (voor zowel directe beleggingen als via fondsen) worden aangehouden. Vervolgens worden de respectievelijke gewichten opgeteld en gedeeld door de totale waarde van de portefeuille, met het doel het percentage van de totale portefeuille te bepalen dat onderworpen is aan EU-wapenembargo’s.
Welke databronnen worden gebruikt?
Voor investeringsbesluitvorming en rapportage met betrekking tot ondernemingen waarin wordt belegd via directe beleggingen of via fondsen gebruikt de vermogensbeheerder gegevens van Sustainalytics voor hun ecologische en sociale kenmerken. Sustainalytics is geselecteerd vanwege hun expertise, onafhankelijkheid, reikwijdte van hun gegevensbestand, kwaliteit van gegevens en hun sterke onderzoeksproces.
Hoe wordt de datakwaliteit gewaarborgd en de data verwerkt?
Aangezien de vermogensbeheerder gebruik maakt van een gespecialiseerd extern onderzoeksbureau voor de gegevens, is de kwaliteitswaarborging en kwaliteitscontrole grotendeels afhankelijk van Sustainalytics. Sustainalytics heeft een uitgebreid raamwerk voor haar kwaliteitscontrole dat, afhankelijk van de exacte dataset, verschillende elementen omvat, zoals diagnostische controles, kwaliteitswaarborging en een proces dat eventueel geïdentificeerde problemen oplost.
Wat is het aandeel van de data die een schatting zijn?
Voor deze specifieke gegevens is het voor de vermogensbeheerder niet mogelijk om te bepalen welk deel van de gegevens wordt geschat om de duurzaamheidsindicatoren te berekenen. Dit houdt verband met het feit dat het gebaseerd is op onderzoek uitgevoerd door Sustainalytics, dat gebruik maakt van een combinatie van door de ondernemingen gerapporteerde informatie, meerdere openbare bronnen en een eigen analytisch raamwerk.
Wat zijn de beperkingen van de methodologieën en databronnen die worden gebruikt om elk van de door het financiële product gepromote ecologische of sociale kenmerken te behalen?
Methodologieën en gegevens die gebruikt worden om te meten in hoeverre de ecologische of sociale kenmerken van de duurzaamheidsindicatoren worden behaald, kunnen beperkingen hebben.
Aangezien ondernemingen waarin wordt belegd waarschijnlijk niet zelf zullen verklaren dat ze handelen in strijd met internationale normen of dat ze betrokken zijn bij controversiële wapens, moeten externe onderzoeksbureaus een reeks bronnen bekijken en hun eigen analyse uitvoeren. De primaire beperking is dat bepaalde bedrijfsspecifieke informatie mogelijk (nog) niet het publieke domein heeft bereikt en daarom niet wordt meegenomen door het externe onderzoeksbureau. Bovendien kan het, zodra informatie openbaar is geworden, enige tijd duren voordat al het relevante bewijsmateriaal is geanalyseerd en geëvalueerd. Zodoende kan er een vertraging zijn tussen het optreden van een probleem en het moment dat het probleem wordt geïdentificeerd door het externe onderzoeksbureau, wordt opgenomen in hun onderzoek en vervolgens wordt weerspiegeld in de duurzaamheidsindicatoren van dit financiële product.
Hoe zijn deze beperkingen niet van invloed op de wijze waarop de door het financiële product gepromote ecologische of sociale kenmerken worden behaald?
Ondanks de bovengenoemde beperkingen aan de gegevens die worden gebruikt om de ecologische en sociale kenmerken van het financiële product te meten, is de vermogensbeheerder van mening dat de gegevens voldoende betrouwbaar zijn. Gezien het sterke en systematische onderzoeksproces dat ten grondslag ligt aan de gegevens, zijn deze voldoende betrouwbaar om een correcte weergave te geven van of de door het financiële product gepromote ecologische of sociale kenmerken worden behaald.
Welke due diligence wordt uitgevoerd op de onderliggende activa van het financiële product?
Voor directe beleggingen wordt een due-diligenceproces doorlopen door de vermogensbeheerder. De vermogensbeheerder zorgt ervoor dat de beleggingen in overeenstemming zijn met de ecologische en sociale kenmerken dat het financiële product promoot en met het Verantwoord beleggen beleid van de vermogensbeheerder (https://www.insingergilissen.nl/aanvullende-beleidsdocumenten).
Voor beleggingen in fondsen wordt een due-diligenceproces doorlopen door de vermogensbeheerder. Alle geselecteerde fondsen moeten blijk geven van generieke verantwoorde activiteiten. Dit omvat inzicht in ecologische, sociale en governance (ESG)-factoren en de bereidheid om samen te werken met de ondernemingen waarin ze beleggen. Duurzame fondsen moeten niet alleen voldoen aan voor risico gecorrigeerde rendementscriteria, maar ook aan een strengere beoordeling van duurzaamheid.
Welk engagementbeleid wordt gevoerd?
Niet van toepassing.
Er is geen index aangewezen als referentiebenchmark die voldoet aan de ecologische of sociale kenmerken die door het financiële product worden gepromoot.
[1]Juridische disclaimer
Informatievoorziening op grond van de Verordening (EU) 2019/2018 van het Europese Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende informatievoorziening over duurzaamheid in de financiëledienstensector (SFDR) valt uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van Quintet en zijn gelieerde ondernemingen. Waar verwezen wordt naar leveranciers van data, is de informatie in dit document uitsluitend bedoeld om inzicht te geven in de data waarop Quintet zich baseert om aan zijn verplichtingen inzake informatievoorziening te voldoen en doet deze leverancier van data geen enkele uitspraak over de specifieke kenmerken van een bepaald fonds of product van Quintet en zijn dochterondernemingen. De leveranciers van data zijn niet verantwoordelijk voor enige informatievoorziening door Quintet en zij zijn niet aansprakelijk voor enig gebruik van de data die aan Quintet en zijn gelieerde ondernemingen is verstrekt. Quintet en zijn gelieerde ondernemingen erkennen dat het hun verantwoordelijkheid is om te beslissen over het gebruik van de door leveranciers van data verstrekte informatie en om de relevante informatie te verstrekken om aan zijn verplichting tot informatievoorziening te voldoen.
Change log
Version | Publication date | Item | Details |
1.0 | 31/12/2022 | Eerste versie |
|
2.0 | 31/12/2023 | Ecologische en sociale karakteristieken en duurzame indicatoren | Karakteristieken en duurzame indicatoren toegevoegd en monitoring van indicatoren |
|
|
|
|
|
|
|
|